"Omdat ik voel dat ik beter begin te tekenen en dat maakt dat ik courage houd. Het tekenen is 't voornaamste, wat men ervan zeggen moge, en verreweg 't moeilijkste ook."
Vincent van Gogh |
Brief |
Trefwoorden |
Uittreksel / Volledige tekst |
Link naar in de brief genoemde schilderij(en) |
167/196
1-2 januari 1882 | Mauve, De Bock | Maar nu, kerel, heb ik een echt eigen atelier en ben er erg mee in mijn schik. | --- |
168/197
5-6 januari 1882 | Mauve, Goupil, Tersteeg | Het is een tijd van strijd voor jou & voor mij, maar ik geloof, we vorderen. | --- |
169/198
5-8 januari 1882 | Herkomer, Frank Holl, Walker, Blok, Fildes, Mauve, Tersteeg, Pulchri | Maar ik moet daar doorworstelen en, enfin, over een tijd zal ik het aquarelleren wel beter vatten. | --- |
170/199
ca. 12-16 januari 1882 | Mauve | Het tekenen wordt hoe langer hoe meer een hartstocht bij me en dat is net een hartstocht als die van een zeeman voor de zee. | Wachtkamer: F 909, JH 94; Vrouw bij het raam, breiende: F 910a, JH 90 |
171/200
21 januari 1882 | Mauve, Tersteeg | Nu is ‘t geen ik heb gemaakt nog niet goed & nog lang niet, maar het is weer iets anders en het is wat sterker en frisser van kleur & zonder dekverf.
Nu voel ik mij op een betere weg om tot een resultaat te komen. Ik zal doen wat ik kan, ik zal hard werken en zodra ik ‘t penseel wat in mijn macht heb, nog veel harder dan ik nu kan. | --- |
172/201
22 januari 1882 | Mauve, Tersteeg, Pulchri | En dan gebeurt het soms dat men onwillekeurig, soms al is het momenteel, vreselijk neergedrukt wordt, soms juist in een tijd dat men goedsmoeds is, zoals ik deze dagen werkelijk ben en zelfs nu ook. En zo was het vanmorgen, dat zijn van die kwade uren waarin men machteloos is en flauw van overspanning.
Nu begint er wat licht te schemeren en ondanks alles gaat toch het zonnetje op. | --- |
173/202
26 januari 1882 | Mauve, Tersteeg, Whatman, Artz, Israëls | Voor men een vaste blik heeft op de proportie der dingen, moet men zich heel wat moeite geven. | --- |
174/203
13 februari 1882 | Tersteeg, Oom Cent, Breitner, Bosboom, Henkes, Rochussen, Weissenbruch, De Bock | Misschien is de tijd werkelijk niet ver meer af dat ik door mijn werk wat geld in de zak zal krijgen, dat ik hoog nodig heb, juist om nog serieuzer de zaak te kunnen aanpakken. | --- |
175/204
13 februari 1882 | Mauve, Weissenbruch, Tersteeg | Het is wel waar dat men het bij instinct wel enigermate begrijpen kan, doch dit weet ik wel, dat ik meer helderheid omtrent verscheidene dingen gekregen heb, juist door het zien werken en door zelf ook wat te beproeven. | --- |
176/205
18 februari 1882 | Tersteeg | ..... omdat ik voel dat ik beter begin te tekenen en dat maakt dat ik courage houd. Het tekenen is ‘t voornaamste, wat men ervan zeggen moge, en verreweg ‘t moeilijkste ook. | Vrouw bij het raam, breiende: F 910a, JH 90 |
177/206
25 februari 1882 | Tersteeg, Weissenbruch, Mauve, Gavarni, Wisselingh | Volledige tekst | Worn out: F 863, JH 34; Meisje dat staat te breien: F 983, JH 107; Meisje dat zit te breien: F 984, JH 108 |
178/207
3 maart 1882 | Breitner | Zeg Theo, het is toch iets prettigs als er een klein beetje licht komt en ik krijg een beetje licht. Het is iets prettigs een mens te tekenen, iets dat leeft, ‘t is verdomd moeilijk, maar enfin, het is heerlijk. | Wachtkamer: F 909, JH 94; Oude vrouw met omslagdoek en wandelstok: F 913, JH 109 |
179/208
5-9 maart 1882 | Mauve | Hij [Tersteeg] zou gelijk hebben met mij reproches te maken als ik niet werkte, doch het is ongepermitteerd om iemand die hard werkt en aanhoudend aan een moeilijk geduldwerk, verwijtingen te doen als: ‘Dit staat bij mij vast, dat gij geen artiest bent .....' | --- |
180/209
ca. 11 maart 1882 | Tersteeg, Millet, Sensier, De Bock, Jules Bakhuyzen | ..... men kan bij kunst niet te veel geduld hebben, .....
En nog iets heeft mij getroffen en zeer getroffen - ik had gezegd dat ‘t model niet moest komen vandaag - ik had niet gezegd waarom - maar de arme vrouw kwam toch en ik protesteerde. ‘Ja maar, ik kom niet om getekend te worden, ik kom maar eens kijken of gij wel eten hebt' - zij had een portie snijbonen en aardappelen bij zich. Er zijn toch dingen in ‘t leven die de moeite waard zijn. | Bakkerij in de Geest: F 914, JH 112; Het paddemoes: F 918, JH 111 |
181/210
ca. 11 maart 1882 | De Groux, Millet, Gavarni, Breitner, Jules Bakhuyzen, Pulchri, Tony Offermans, Mauve, Rembrandt, Nicolaes Maes, Correggio, Israëls, Thomas Carlyle, Longfellow | Het is mij altijd voorgekomen dat wanneer een artiest aan de mensen zijn werk toont, hij het recht heeft om de zielstrijd van zijn eigen private leven ..... voor zichzelve te houden. | Bakkerij in de Geest: F 914, JH 112; Het paddemoes: F 918, JH 111 |
182/211
ca. 14-18 maart 1882 | Tersteeg, Mauve, Ribera, Salvator Rosa, Decamps, Goya, Gavarni, De Bock | Gij zult zonder twijfel tot mij zeggen: er kan een ogenblik komen, waarop sommigen spijt krijgen schilder geworden te zijn. | Scheveningse Weg: F 920, JH 113; Zandwerkers: F 922, JH 114 |
183/212
24 maart 1882 | Tersteeg, Blommers, Herkomer, Frank Holl, du Maurier | Als ik hard werk, verdien ik dan mijn brood niet? Of zou ik de middelen om te kunnen werken niet waard zijn? Ik wou maar, kerel, dat gij eens spoedig naar hier kwaamt en zaagt of ik u bedrieg, ja dan neen. | Bloemkwekerij en huizen bij de Schenkweg: F 915, JH 122; Brug bij de Schenkweg: F 917, JH 115; Scheveningse Weg: F 920, JH 113; Sloot langs de Schenkweg: F 921, JH 116; Zandwerkers: F 922, JH 114; Van Stolkpark: F 922a, JH 119; Gasfabriek: F 924, JH 118; De Prins van Oranje (IJzergieterij): F 925, JH 117; Achtertuintjes: F 939a, JH 120; Brug en huizen op de hoek Herengracht-Prinsessegracht, Den Haag: F 1679, JH 121 |
184/213
begin april 1882 | Jaap Maris, Thijs Maris, Pulchri, Blommers, Gavarni, Herkomer | Er zijn omtrent het schilderen twee redeneerwijzen - how not to do it en how to do it. How to do it: met veel tekening en weinig kleur. How not to do it: met veel kleur en weinig tekening. | --- |
185/214
begin april 1882 | Bargue, Breitner, Israëls, Blommers, Neuhuys, Thomas Hood | ..... werk waarop men gesjouwd heeft en waar men zijn best doet karakter in te leggen en sentiment, dat is noch onbehaaglijk noch onverkoopbaar. En ‘t is misschien beter dat men niet dadelijk aan iedereen bevalt. | --- |
186/215
ca. 10 april 1882 | Millet, Tersteeg, Michelet | Bijgaand is dunkt me ‘t beste figuur dat ik nog getekend heb, daarom dacht ik dat ik ‘t u zenden wilde. | Sorrow: F 929, JH 129; Sorrow: F 929a, JH 130 |
187/216
ca. 15 april 1882 | Rappard | Nu is het zo dat ik voor Pa en Moe een half vreemd en half vervelend persoon ben en bitter weinig meer, en van mijn kant heb ik thuis ook een leeg en eenzaam gevoel. | Sorrow: F 929a, JH 130 |
188/217
ca. 15-27 april 1882 | Mauve, Tersteeg | Dit alles is essentieel tekenen, heeft men dat enigszins onder de knie, dan komt er veel licht en ik voor mij ga heel bedaard mijn weg, wetende dat ik nog wel de een of ander die meent over die dingen te kunnen heenspringen, eerlang zal inhalen, mits ik maar voet bij stuk houd. | Sorrow: F 929a, JH 130 |
189/218
ca. 15-27 april 1882 | Mauve, Tersteeg | ..... maar ziet ge, er is haast geen dag of behalve de moeite van het tekenen komt er nog bovendien ‘t een of ander dat op zichzelf - als men niets anders had - reeds moeilijk genoeg te dragen zou zijn. En ziet ge, er is verdriet dat mij eigenlijk, geloof ik, niet toekomt, althans ik weet niet waarmee ik dat verdien, & dat ik wel uit de weg wilde ruimen. | Opgebroken straat met spitters: F 930a, JH 131 |
190/219
ca. 15-27 april 1882 | Mauve, Tersteeg, Oom Cent | Ik die in een redelijk goede jas in een nette winkel niet op mijn gemak was & vooral nu niet meer zou zijn & mij allicht er zou vervelen & vervelend zijn, ben een heel ander persoon als ik ergens op de Geest of zo aan ‘t werk ben, of op de hei of de duinen. Dan past mijn lelijk gezicht en mijn verweerde jas ook perfect bij mijn entourage en ik ben mijzelf en werk met plezier. | --- |
191/220
eind april 1882 | Mauve, Tersteeg | ..... en als Mauve mij nadoet en napraat, zeggende: ‘Zo’n gezicht trek je, zo spreek je,' antwoord ik: Mijn waarde, als gij zoals ik vochtiger nachten in de Londense straten of koude nachten in de Borinage hadt doorgebracht, hongerig, zonder dak, met koorts in ‘t lijf, dan zoudt gij misschien ook nu en dan zo'n lelijke trek in ‘t gezicht gehouden hebben daarvan, en iets in de stem erbij. | --- |
192/223
3-12 mei 1882 | Mauve, Tersteeg | Ik heb deze winter ontmoet een zwangere vrouw, verlaten door ede man wiens kind zij in ‘t lijf droeg. Een zwangere vrouw die in de winter op straat zwierf ..... | Vrouwenfiguur met onafgewerkte stoel: F 932, JH 145; Voorovergebogen vrouwenfiguur: F 935, JH 143; Voorovergebogen vrouwenfiguur: F 937, JH 144; Vrouw met witte muts (Sien's moeder): F 1009a, JH 106 |
193/227
14 mei 1882 | Mauve, Tersteeg, Christien (Sien), Kee, De Groux | Wie lust heeft mij te hinderen, laat hem opdokken! | --- |
193a
Nuenen | --- | Ge zegt het zelf dat gij wenst, ik de vrouw verlate, ja absoluut verlate. Goed, maar dat wil of kan ik niet doen. Verstaat ge, vriend ..... | --- |
194/224
4-12 mei 1882 | The Graphic van Frank Holl | Evenwel, noch zij noch ik staan in een rozentuin of in de maneschijn te dromen, wij staan voor barre dingen - tant mieux. | --- |
195/221
1 mei 1882 | Mauve, Tersteeg, Heyerdahl, Michelangelo, Dürer, Ruysdael, Van Goyen, Calame, Roelofs, Weissenbruch | Nu heb ik getracht in ‘t landschap ‘t zelfde sentiment te leggen als in ‘t figuur, het zich als ‘t ware krampachtig en hartstochtelijk vastwortelen in de aarde en het toch half losgerukt zijn door de stormen. Ik wilde zowel in dat blanke, slanke vrouwenfiguur als in die zwarte, knorrige wortels met hun knoesten iets uitdrukken van de strijd des levens.
Mij dunkt, er zijn geen tekenen te bespeuren in mijn werk waaruit blijkt dat er niet in slagen zal, mits ik doormarchere en mij moeite blijve geven. En dan ben ik niet iemand die langzaam of zeurig werkt. Het tekenen wordt een hartstocht bij me & ik ga er hoe langer hoe meer in op en ‘where there is a will, is a way.' | Oude vrouw met omslagdoek en wandelstok: F 913, JH 109; Sorrow: F 929, JH 129; Sorrow: F 929a, JH 130; Boomwortels in een zandgrond: F 933r, JH 142; Man bij kachel zittend (`de Bestedeling'): F 1116ar, JH 139 |
196/222
2 mei 1882 | --- | Volledige tekst | Boomwortels in een zandgrond: F 933r, JH 142 |
197/225
12 of 13 mei 1882 | Christien (Sien), Mauve, Tersteeg | Ik geloof niet dat ik wel zou doen het te zoeken in hogere stand of veel aan mijn karakter te veranderen. Ik moet nog meer ondervinden, nog veel bijleren voor ik rijp zal wezen, maar dat is een kwestie van tijd en doorwerken. | --- |
198/226
14 mei 1882 | Christien (Sien) | Nu drijft en dringt het snelle leven, het werk en het opdokken van nieuwe dingen, welke ik moet aangrijpen, en met vastberadenheid ook wil ik staande blijven in de felle strijd. | --- |
199/228
ca. 16 mei 1882 | Christien (Sien) | Het door u gezonden geld heeft mij vooruitgeholpen met het tekenen en bovendien, wat meer is, tot hiertoe het leven van Xtien en het kind gered. | --- |
200/229
ca. 23 mei 1882 | Christien (Sien) | Volledige tekst | Boomwortels in een zandgrond: F 933r, JH 142; Huis van Siens moeder: F 941, JH 146; Huis van Siens moeder, meer van nabij: F 942, JH 147 |
201/234
2-3 juni 1882 | Sien, Leen Veerman, Tersteeg, | Ik vraag niets, geen oud kopje of schoteltje zelfs, alleen maar één enkel ding, dat men mij mijn arm, afgemarteld vrouwtje late liefhebben en verzorgen zo goed als mijn armoedje het toelaat, zonder demarches te nemen om ons te scheiden of te hinderen of verdriet te doen. | --- |
202/230
27 mei 1882 | Rappard, Sien, C.M. | Ik hoop zo, broer, dat gij geen kwaad denkt van Sien & mij - die meid heeft door mijn onaangename kant heen gebeten en zij begrijpt mij in veel dingen beter dan anderen. | Timmermansloods en werf: F 939, JH 150; Huis van Siens moeder, meer van nabij: F 942, JH 147 |
203/232
30 mei 1882 | C.M. | Ik werk dag en nacht en heb een kleine tekening klaar voor jou die ik je straks zal sturen. Ik heb geen geld meer voor een postzegel, ..... | Kwekerij: F 923, JH 125; Kwekerij: F 930, JH 138; Scharrendrogerij te Scheveningen: F 938, JH 152; Timmermansloods en werf: F 939, JH 150; Huis van Siens moeder: F 941, JH 146; Huis van Siens moeder, meer van nabij: F 942, JH 147; Visdrogerij: F 946a, JH 151 |
204/233
1-2 juni 1882 | Tersteeg, Sien, Kee Vos, Frère, Gérôme, Heyerdahl, Henri Pille, Swain, Rappard, Doré | Ik ben iemand van 30 jaar, met rimpels in ‘t voorhoofd & trekken in mijn gezicht alsof ik 40 was en mijn handen zijn vol groeven ..... | Sorrow: F 929a, JH 130; Scharrendrogerij te Scheveningen: F 938, JH 152; Scharrendrogerij: F 940, JH 154; Timmermansloods en werf: F 944, JH 153; Visdrogerij: F 946a, JH 151 |
205/235
3 juni 1882 | C.M., Dickens, Barnard, Fildes, Weissenbruch, Albrecht Dürer, Sien | Volledige tekst | Timmermansloods en werf: F 939, JH 150; Scharrendrogerij: F 940, JH 154; Huis van Siens moeder, meer van nabij: F 942, JH 147; Timmermansloods en werf: F 944, JH 153 |
206/237
8 of 9 juni 1882 | Breitner, C.M., Tersteeg | Volledige tekst | --- |
207/238
ca. 10 juni 1882 | Sien, Dickens, Edwin Drood, Ruysdael, Van der Meer (Vermeer) | De rust doet mij zo goed en stemt mij zoveel kalmer en neemt de zenuwachtigheid, waar ik de laatste tijd zoveel last van had, weg. | --- |
208/239
22 juni 1882 | Sien, C.M., Rappard, Rembrandt, Heyerdahl, Mauve, Breitner, Dickens | Er is een oud man die superbe zou zijn voor een St. Gérôme. Een mager, lang, pezig, bruin & gerimpeld lichaam met gewrichten, zo fameus duidelijk en expressief dat men er melancholiek van wordt hem niet voor model te bezitten. | --- |
209/241
1 juli 1882 | Sien, Tersteeg, Johan van Gogh | Maar het heerlijkste van het hele beter worden is dat het tekenen ook weer levend wordt en het gevoel voor de dingen, wat een tijd lang om zo te zeggen bedwelmd is geweest en een grote leegte gaf. Ik heb weer lust in alles wat ik zie. | Timmermansloods en werf: F 944, JH 153 |
210/242
2 juli 1882 | Sien, Albrecht Dürer, C.M. | Maar wij willen hopen dat de sombere schaduw maar een schaduw moge blijven, die weer voorbijgaat. | Huis van Siens moeder: F 941, JH 146; Huis van Siens moeder, meer van nabij: F 942, JH 147 |
211/243
4 juli 1882 | Sien, Dr. Tienhoven | Mijn vingers jeuken zo om weer aan de slag te gaan en ik behoef niet te zeggen, ik liever naar Scheveningen dan naar ‘t gasthuis ging. | Sorrow: F 929a, JH 130 |
212/244
6 juli 1882 | Une Page d'Amour van Emile Zola, Millet, Bonington, Sien, Kee | Denk niet dat ik mijzelf voor volmaakt houd - of meen dat ik er geen schuld aan zou hebben, dat veel mensen mij voor een onaangenaam karakter houden. Dikwijls ben ik vreselijk en lastig melancholiek, prikkelbaar - verlang naar sympathie als met een soort van honger en dorst - toon mij, als ik die sympathie niet krijg, onverschillig, scherp en gooi soms zelfs nog wat olie op ‘t vuur. Ik ben niet graag in gezelschap en het omgaan met de mensen, het spreken met hen is mij dikwijls pijnlijk en moeilijk. Maar weet gij waaruit zo niet alles, toch heel veel daarvan voortkomt? Eenvoudig door zenuwachtigheid - ik die vreselijk fijngevoelig ben, zowel in ‘t fysieke als morele, heb het eigenlijk beet gekregen in de jaren dat ik het erg miserabel had. Vraag het een dokter en hij zal er direct alles van begrijpen of het anders kan dan dat nachten doorgebracht op de koude straat of buiten, angst om aan brood te komen, voortdurende spanning doordat ik eigenlijk zonder betrekking was, verdriet met vrienden en familie, niet voor : minstens de oorzaak zijn van sommige eigenaardigheden van humeur bij mij - en of het niet daaraan toe te schrijven is dat ik soms die onaangename buien of tijden van gedruktheid heb. | --- |
213/245
6 juli 1882 | Millet, Breton, Rembrandt, Scheffer, Boughton, Ruysdael, Herkomer, Frank Holl, De Groux | ..... ik geloof in een God, en dat het Zijn wil is, men leve niet alleen, maar met een vrouw en met een kind, als alles normaal wil zijn. | Timmermansloods en werf: F 944, JH 153 |
214/246
7 juli 1882 | Mauve, Tersteeg, Sien, Rappard, Le ventre de Paris van Emile Zola | Volledige tekst | Scheveningse vrouw breiend: F 870, JH 84 |
215/247
15-16 juli 1882 | Sien, Landelle, Ostade, Mesdag, Post, Dupré, Corot, Daubigny, Diaz, Courbet, Breton, Jacque, Rousseau | De twee tekeningen die ik dezer dagen maakte, zijn beide aquarellen, omdat ik eens een proef wilde nemen. Het komt mij echter voor dat ik ook nu nog vooral erop moet blijven werken, op het eigenlijke tekenen, wat de grondslag ivoor al het andere is. | Sorrow: F 929a, JH 130 |
216/248
19 juli 1882 | Sien, Tersteeg, Feyen-Perrin | Er is tussen u en tussen mij werkelijke sympathie in veel dingen en het komt mij voor, Theo, dat al uw moeite en al mijn moeite niet tevergeefs zullen zijn.
Blijft het rustig, dan strijden wij onze strijd hier door te werken en dat is wel maar alledaags en gewoon, doch ook niet makkelijk en hoort er moed toe en energie om het krachtig aan te vatten en vol te houden. De hele winter zijn wij doorgekomen en met Gods hulp zullen we wel nog wat verder komen. Ik zeg met Gods hulp, omdat ik behalve u zelf ook God dankbaar ben voor de hulp die ik van u ontving en nog ontvang. | --- |
217/249
19 juli 1882 | Sien, Tersteeg, Heyerdahl | ..... ik wil dat zij merke & in alles zie dat ik een tere liefde voor haar heb en hart voor de kinderen. En dat - wie ‘t ook verkeerd vinden moge - gij zult het begrijpen en ‘t mij niet willen verhinderen. Ik stel haar er bovenop komen dan ook op uw credit in zover dat ik er mezelf de verdienste eraan niet toereken dan voor een klein deel. Ik ben maar ‘t middel ertoe geweest. | --- |
218/250
21 juli 1882 | Millais, Ruysdael, Holl, Rembrandt, Swain, Millet | Wat ben ik in ‘t oog van de meesten - een nulliteit of een zonderling of een onaangenaam mens - iemand die in de maatschappij geen positie heeft of hebben zal, enfin, wat minder dan de minsten. Goed - gesteld dat alles ware precies zo, dan zou ik door mijn werk eens willen tonen wat er zit in ‘t hart van zo’n zonderling, van zo’n niemand. Dit is mijn ambitie, die minder gegrond is op wrevel dan op liefde malgré tout, meer gegrond op een gevoel van sereniteit dan op hartstocht. | Sorrow: F 929a, JH 130; Daken: F 943, JH 156 |
219/251
23 juli 1882 | Le ventre de Paris; Nana, Zola, Balzac, Mauve, Sien | Tersteeg in zijn beoordeling van mij & mijn gedrag stelt als uitgangspunt altijd bij zichzelf vast, dat ik niets kan & nergens voor deug. Dat heb ik uit zijn eigen mond... ‘Och, met dat schilderen van jou gaat het al net als met alle andere dingen, die je begonnen zijt, er komt niets van.’ | Sorrow: F 929a, JH 130; Daken: F 943, JH 156; Scharrendrogerij: F 945, JH 160 |
220/252
26 juli 1882 | Tersteeg, Harding, Whatman, Mauve, Robinson Crusoë, Fildes, 'De ledige stoel van Dickens', Méryon, Van Rappard, Boughton, Albrecht Dürer | Maar nog eens, ieder die met liefde werkt en met intelligentie, heeft juist de oprechtheid van zijn liefde voor de natuur & de kunst een soort pantser tegen de opinie van de mensen. | Rijswijkse weilanden: F 927, JH 161; Scharrendrogerij te Scheveningen: F 938, JH 152; Scharrendrogerij: F 940, JH 154; Scharrendrogerij: F 945, JH 160; Blekerij: F 946r, JH 158; Visdrogerij: F 946a, JH 151; Knotwilg: F 947, JH 164 |
221/253
ca. 1 augustus 1882 | Roelofs, Millet, Ostade, Breughel, Tersteeg | Wat nu betreft de handelswaarde van mijn werk, pretenties daaromtrent heb ik geen andere dan dat ‘t me zeer verwonderen zou, indien mettertijd mijn werk niet net zo goed verkocht zou worden als dat van anderen. | Sorrow: F 929a, JH 130; Knotwilg: F 947, JH 164 |
222/254
5 augustus 1882 | --- | ‘t Spreekt vanzelf dat menigeen niet voort kan dikwijls om reden van de onkosten en hoe dankbaar ik daarvoor ben dat ik geregeld werken kan, wel, ik kan ‘t u niet in woorden zeggen. Om in te halen de tijd die ik later dan anderen begonnen ben, moet ik dubbel mijn best doen en met de beste wil zou ik stoppen moeten, als ik u niet had. | --- |
223/255
5 of 6 augustus 1882 | --- | Volledige tekst | --- |
224/256
ca. 10-12 augustus 1882 | La Curée van Zola | Ik moet u zeggen dat het schilderen me niet zo vreemd voorkomt als ge misschien denken zoudt. Integendeel is het mij bijzonder sympathiek, om reden het een krachtig uitdrukkingsmiddel is. | Strand en zee: F 2, JH 173 |
225/258
14 augustus 1882 | Emile Breton, Mauve, Tersteeg, Weissenbruch, J. Maris, W. Maris, Neuhuys, Du Chattel, Mesdag, Millet, Rappard | Alleen dit wilde ik u zeggen, ik gevoel dat er dingen van kleur bij mij voor de dag komen bij ‘t schilderen, die ik vroeger niet had, dingen van breedheid en krachten. | Strand en zee: F 2, JH 173; Duingrond: F 2a, JH 176 |
226/259
19 augustus 1882 | Zola's La faute de l'abbé Mouret and Son Excellence Eugène Rougon, Le ventre de Paris | Ik gevoel mij dezer dagen recht gelukkig door het schilderen. | Strand en zee: F 2, JH 173 |
227/260
20 augustus 1882 | Millet, Israëls, De Groux, Brieven en dagboek van Gerard Bilders, Th. Rousseau, Daubigny, Sensier, Mauve | Echter ik ben in twijfel. Het schilderen is mij meegevallen..... | Nettenboetsters in de duinen: F 7, JH 178; Meisje in het bos: F 8, JH 182 |
228/261
3 september 1882 | Gavarni, De Groux, Millet, Jules Dupré, J. Maris, Zola | In zekere zin ben ik blij dat ik geen schilderen geleerd heb ..... ik kom met een witte plank voor de plek te zitten die mij treft, ik kijk naar ‘t geen ik voor ogen heb, ik zeg tot mijzelf: die witte plank moet iets worden ..... | --- |
229/262
9 september 1882 | A. Lançon, L'Illustration, Paul Renouard, G. Mahoney, Household Edition van Dickens | Ik doe al mijn best er kracht achter te zetten, want ik verlang er zo sterk naar mooie dingen te maken, maar mooie dingen kosten moeite en teleurstelling en volhouden. | Meisje in het bos: F 8, JH 182; Aardappelmarkt: F 1091, JH 252 |
230/263
11 september 1882 | Harper's Monthly Magazine, Howard Pyle | Ik ben ook druk bezig in de laatse tijd om op straat paarden te tekenen - ik zou graag eens een paard te poseren hebben bij gelegenheid. Zo hoorde ik gisteren achter mij zeggen: nou, dat’s me ook een schilder, hij tekent het paard zijn kont in plaats van hem van voren te maken. Die observatie vond ik nogal leuk. | Vier personen en een baby op een bank: F 951, JH 197; Vier personen op een bank: F 952r, JH 194; Studieblad met paard en wagen, ezelwagen en aanzet ezelwagen: F 952v, JH 193; Aardappelmarkt: F 1091, JH 252 |
231/265
17 september 1882 | --- | Volledige tekst | Vier personen en een baby op een bank: F 951, JH 197; Wandelaars op het strand: F 980, JH 204 |
232/266
18 september 1882 | Mauve, Rochussen, Napoleon, Erckmann-Chatrian, Allebé, Brion, Marshall, Jundt, Vautier, Knaus, Schuler, Saal, Van Muyden, Auerbach, Tapiró, Capibianchi | Enfin, de studies reken ik het zaad te zijn en hoe meer men zaait, hoe meer men mag hopen te oogsten. | Vier personen en een baby op een bank: F 951, JH 197 |
233/268
19 september 1882 | Mauve | Het studies maken beschouw ik als zaaien en het schilderijen maken is oogsten. | --- |
234/270
25 september 1882 | Pa, Israëls, Rappard, Mauve | Komen de mensen bij mij, welnu, dan is tenminste de indruk oorspronkelijk, maar ik houd niet van opinies die zich gronden op ‘t geen de mensen praten.
Ja, als het was dat ik precies zo kon doen als ik wilde, ik zou het schilderen aanpakken op nog wat groter schaal en met nog veel meer model vooral. | Meisje in het bos: F 8, JH 182 |
235/271
ca. 1 oktober 1882 | --- | ..... weer eens druk aan ‘t tekenen zijnde, ik soms denk: er is toch niets zo prettig als tekenen. | Oude man met pet, etend: F 956a, JH 210; Oude man met pet en stok: F 958, JH 251; Oude man met lange jas, glas en zakdoek: F 959, JH 244; Oude man met stok: F 962, JH 212; Oude man met pet en stok, van opzij gezien: F 963, JH 297; Oude man met pet op de rug gezien: F 965, JH 298; Weesmannen en vrouwen in de kerkbank: F 967, JH 225; Oude man met lange jas, schoenen poetsend: F 969, JH 211; De armen en het geld: F 970, JH 222 |
236/272
8 oktober 1882 | --- | ..... ik zit diep in ‘t werk. Het is als met het weven, men heeft al zijn attentie nodig om de draden uit elkaar te houden, moet verscheidene dingen tegelijk leiden en in ‘t oog houden. | De armen en het geld: F 970, JH 222; Wandelaars op het strand: F 980, JH 204; Op het strand van Scheveningen: F 1038, JH 228; Mijnwerkers in de sneeuw: winter: F 1202, JH 229; Bloeiende boomgaard met paartje: lente: F 1245, JH 230 |
237/274
22 oktober 1882 | Daumier, Balzac, Zola, Les rois en exil van Daudet, Scènes de la vie de Bohème, Gavarni | Wat is het tekenen? Hoe komt men er? ‘t Is een zich heenwerken door een onzichtbare ijzeren muur, die schijnt te staan tussen wat men voelt en wat men kan. | De armen en het geld: F 970, JH 222; Op het strand van Scheveningen: F 982, JH 247 |
238/273
ca. 10 oktober 1882 | Roll, Knaus, Vautier, Emslie, Géricault | Alleen ‘t is op zulke dagen dat het wel gezellig zou zijn eens een vriend op te zoeken of er een bij zich te hebben en ‘t is op zulke dagen dat men wel eens iets leegs voelt, als men nergens heen kan gaan en er niemand komt. | Jongen met schop: F 986, JH 231; Twee vrouwen: F 988, JH 232; Man en vrouw op de rug gezien: F 991, JH 233 |
239/276
29 oktober 1882 | Mauve, Israëls, De Bock, Breitner, Rappard, Punch, Daumier, Gavarni, De Groux, Rops | ..... ‘good will to all’ n.l. dat men werkelijk liefde moet hebben voor de mensen. Tenminste hoop ik mijn best te doen in zo’n stemming te zijn zo veel mogelijk. | Aardappelmarkt: F 1091, JH 252 |
240/279
1 november 1882 | Rappard, Graphic, Herkomer, Millet, Neuhuys, Van der Velden, Gavarni, Fildes, Holl, Daumier, Breton, De Groux, Israëls, Staniland | Ik zeg dat het verbazend jammer is dat voor de meest voor het eigenlijke volk geschikte kunst hier om zo te zeggen geen animo is. | --- |
241/281
ca. 2 of 3 november 1882 | Millet, Brion, Troyon, Rousseau, Daubigny, Corot, Leys, Gavarni, De Groux, Delacroix, Géricault, Jules Breton, Israëls, Herkomer, Daumier, Morin, Lançon, Renouard, Jules Ferat, Worms, Blok, Graphic, Ary Scheffer, Buhot, Schelfout, Ségé, Jules Bakhuysen, Jacque, Mauve, Life of Charles Dickens van Forster | Zo viel het mij op dat als men met schilders spreekt, de conversatie in verreweg de meeste gevallen niet interessant is. | Boekverkoper Blok, kop: F 993, JH 254; Vrouwen die zakken kolen dragen in de sneeuw: F 994, JH 253 |
242/282
5 november 1882 | Le Nabab, Daudet, Daumier, Histoire d'un Crime, Victor Hugo, L'Ami Fritz van Erckmann-Chatrian, David Sechel, Julien Dupré, Dagnan Bouveret, Millet, Thomas Faed | Ik voel een kracht in mij, die ik ontwikkelen moet, een vuur dat ik niet mag uitdoven, maar moet aanwakkeren, ofschoon ik niet weet tot welke uitkomst het mij leiden zal en over een sombere niet verwonderd zou zijn. | --- |
243/283
ca. 6-8 november 1882 | Buhot, De Groux, Rop, Charlet, Raffet, Lemud | Ik heb te Brussel nog moeite gedaan, toen ik er was, om bij de lithografen daar gebruikt te worden, maar werd overal teruggestuurd. Ik vroeg daar om ander werk dan dit & ‘t was mij te doen om maar iets van lithografie te zien en te leren vooral. Doch zulken waren niet nodig. | Jongeman met een bezem (de baanveger): F 979a, JH 257; Oude man: F 1658, JH 256 |
244/284
14 november 1882 | Rappard | Ik zit sedert een dag of 5 of 6 reeds letterlijk zonder geld en ik zit daardoor ook vast met mijn werk, althans kan niet zoals ik zou willen. | Sorrow: F 929, JH 129; Sorrow: F 1655, JH 259; Oude man: F 1658, JH 256 |
245/286
ca. 16 november 1882 | Heyerdahl, Buhot, Whatman, Vie Moderne, Rappard, Paul Renouard, L'Illustration, Herkomer, Daumier, Pot-bouille van Zola | Geen resultaat van mijn werk zou me aangenamer zijn dan dat gewone werklui zulke bladen in hun kamer of werkplaats hingen. | Sorrow: F 1655, JH 259; Oude man: F 1658, JH 256 |
246/287
22 november 1882 | Van der Weele | Ook als ge geen geld hebt, kerel, schrijf toch, want ik heb uw sympathie nodig en die is me niet minder steun dan het geld. | Koffiedrinkende oude man: F 996a, JH 264; Sorrow: F 1655, JH 259; Spitter: F 1656, JH 262; Koffiedrinkende oude man: F 1657, JH 266; Koffiedrinkende oude man: F 1682, JH 263 |
247/288
24 november 1882 | Buhot, Schuitemaker, Zola's Pot-Bouille, Josserand, Octave Mouret, Quatre-vingt-treize, Victor Hugo, Heyerdahl, Mesdag, De Bock, Goupil, Corot, Millet, Daubigny, Jacque, Breton, Israëls, Mauve, Maris | Wat is zo’n oude werkman in zijn gelapt bombazijnen pak met zijn kale kop toch mooi. | Worn Out: F 863, JH 34; Worn out: F 997, JH 267; Oude man, met het hoofd in de handen, halffiguur: F 998, JH 269; Spitter: F 1656, JH 262; Oude man, met het hoofd in de handen (At Eternity's Gate): F 1662, JH 268 |
248/290
26 en 27 november 1882 | Murger, Les buveurs d'eau, Nanteuil, Baron, Roqueplan, Tony Johannot, Alphonse Karr, Souvestre, Henri Monnier, Comte-Calix, Balzac, Zola, Claude Lantier, Meissonier, Rembrandt, Victor Hugo, Millet, Israëls, Uncle Tom's cabin, Jules Dupré, Daubigny, Carlyle, De Groux, Daumier | En dat is veel, men weet wat men te doen heeft, stof is er in overvloed en Carlyle zegt wel terecht: ‘Blessed is he who has found his work. | Worn out: F 997, JH 267; Oude man, met het hoofd in de handen (At Eternity's Gate): F 1662, JH 268 |
249/291
1 december 1882 | Rappard, de Zwaluw, Millais, Elsevier | Gij hebt getoond doordat gij mij geholpen hebt, dat gij uzelf ook niet spaart. Doch anderen vinden het en verkeerd van u en dwaas dar gij u met mij bemoeidet en ..... | Oude man, met het hoofd in de handen (At Eternity's Gate): F 1662, JH 268; Visser op een mand zittend, brood snijdend: F 1663, JH 272 |
250/292
2 of 3 december 1882 | Buhot, Renouard, Van der Weele, Tersteeg, Rappard, Breitner, Exercices au fusain, Bargue, Théophile Schuler, Erckmann-Chatrian, Brion, Jundt, Schuler, Lançon, Renouard, Tenniel, Bouguereau, Makart | Ik heb geluisterd naar wat Bargue in zijn voorbeelden zegt (ofschoon mijn werk niet op verre na zo mooi is als het zijne), ik geloof dat die een rechte weg aanwijzen in overeenstemming met wat andere mannen, o.a. L. da Vinci vroeger hebben geleerd. | Worn out: F 997, JH 267; Oude man, met het hoofd in de handen (At Eternity's Gate): F 1662, JH 268; Visser op een mand zittend, brood snijdend: F 1663, JH 272 |
251/293
ca. 3-5 december 1882 | Dickens' Little Dorrit, Rappard, Emile Breton, Van Goyen, Old Crome, Michel, Isaäc Ostade, Ruysdael, Jules Dupré, Edwin Edwards, Lavieille, Collard, Chintreuil, Goethals, Boldini, Fortuny, Frère, De Groux | Ik denk dikwijls dat ik wel wenste meer tijd op het eigenlijke landschap te kunnen spenderen. | Zaaier: F 852, JH 275; Twee zaaiers: F 853, JH 274; Turfdrager: F 964, JH 273; Worn out: F 997, JH 267 |
252/294
ca. 11 december 1882 | Hubert Herkomer, Millais, Charles Dickens, Luke Fildes, 'Homeless & hungry', Edwin Drood, "The empty chair", Frank Holl, William Small, Godefroid, Durand, Mesdag | Natuurlijk voortaan met werken, doch als met een donkere toekomst.
Ik bedoel, mij drukt iets, daar ik een kracht in mij voel die door de omstandigheden niet zo zich ontwikkelen kan als anders en dit heeft ten gevolge dat ik dikwijls miserabel ben. Een soort inwendige strijd over wat ik doen moet. Niet zo makkelijk op te lossen als aanvankelijk wel schijnen mocht. | --- |
253/295
ca. 12-18 december 1882 | Carlyle, Gavarni, Victor Hugo, Thomas Moore, Buhot | Het geweten is het kompas van een mens en ofschoon er soms afwijkingen van de naald zijn, ofschoon vooral men zich op onnauwkeurigheden in het zich richten ernaar bespeurt, toch moet men zijn best doen om er koers naar de houden. | Worn out: F 997, JH 267; Man die in een boek zit te lezen: F 1001, JH 278; Gebed voor het middageten: F 1002, JH 281 |
254/296
ca. 21 december 1882 | Boughton, Buhot, Vie moderne, Daumier, Gavarni, Lemud, Israëls, Blommers, Artz | Volledige tekst | Oude man met hoge hoed: F 954, JH 287; Oude man met hoge hoed, kop: F 954a, JH 288 |
255/297
ca. 28-30 december 1882 | Daumier, Henri Monnier | Dank voor al uw trouwe vriendschap kerel, die ik het hele jaar weer ondervond. Mocht het zijn, ik van mijn kant u ook wat plezier kon doen. Eens zal mij dat lukken. | Oude man met hoge hoed: F 954, JH 287; Oude man met hoge hoed, kop: F 954a, JH 288 |
256/298
31 december 1882 en | Lemud, Daumier, Lançon, Gavarni, Bodmer, Millet | Vooral laat het u niet ongerust maken dat ik dit jaar nog niets verkoopbaars maakte - gij hebt dit zelf wel eens tot mij gezegd en als ik het nu zeg, dan doe ik zulks omdat ik in ‘t verschiet een paar dingen bereikbaar zie, die ik vroeger niet zag. | Man die in een boek zit te lezen: F 1001, JH 278; Oude man op zijn zondags met zwart ooglapje: F 1003, JH 285 |
(Vertaald door Inge Engelbarts)
Terug naar de homepage van de Van Gogh Galerij