Olieverf op carton
42.0 x 33.7 cm.
Parijs: voorjaar 1887
F 345, JH 1249
Chicago: The Art Institute of Chicago
Dit Zelfportret van Vincent van Gogh is typerend voor veel van de werken die hij maakte toen hij in 1887 bij zijn broer Theo in Parijs woonde. In zijn boek
The New Complete Van Gogh: Paintings, Drawings, Sketches schrijft Jan Hulsker:
". . . . men wordt getroffen door talrijke rode en blauwe stippen uitzwermend over een donker groene achtergrond en door de wijze waarop het roodbruin van zijn jas overgaat in een soort mozaïek van donker blauw-groene, oranje-rode en gele stippels. De helderrode baard en geel-bruin haar zijn opgebouwd uit afzonderlijke penseelstreken in krachtige kleuren, en Vincent liet sporen van ongemengd complementair groen achter in de wenkbrouwen, het haar en de baard.”Het is niet eenvoudig vast te stellen wat Van Gogh zelf van zijn werk vond. Vincent besprak zijn werken gewoonlijk tot in de kleinste details in de briefwisseling die hij met Theo had; in de tijd dat Vincent bij Theo woonde, stopte de briefwisseling echter volledig. Toch is het mogelijk iets meer te zeggen over de interessante techniek van zijn werk. Opmerkelijk is de pointillistische stijl die Vincent toepast en welke zo kenmerkend is voor een aantal van zijn werken in deze periode van zijn carrière als kunstenaar. Tijdens zijn verblijf in Parijs raakte Vincent op vertrouwelijke voet met veel impressionisten uit die tijd - mannen die streden om zich op nieuwe manieren in de kunst uit te drukken. Georges Seurat was één van de vele schilders die Vincent leerde kennen. De ongebruikelijke pointillistische stijl van Seurat had duidelijk een positieve invloed op Van Gogh’s werk in die tijd, maar al gauw zou hij zijn eigen zo unieke stijl ontdekken. Het is interessant de geschiedenis van de herkomst van het schilderij te bekijken. De schoonzuster van Vincent, Jo Van Gogh – Bonger was bijzonder vasthoudend in haar streven voor het behoud van Vincent’s brieven en werken. Haar enorme inzet en vasthoudendheid zouden uiteindelijk leiden tot de oprichting van de Vincent van Gogh Stichting in Amsterdam. Zelfs in moeilijke tijden deed Jo uiterst zelden afstand van de schilderijen en schetsen die zij van haar echtgenoot Theo van Gogh had geërfd. De werken waren te belangrijk voor haar. Het is interessant te weten dat Jo dit Zelfportret in 1912 van de hand deed. Het vrijgeven van één van Vincent’s schilderijen in dit late stadium was beslist een grote zeldzaamheid. Waarom liet ze dat toe? |
Opmerking: Deze pagina is ook in het Engels en Italiaans beschikbaar.
(Vertaald door Jan Geerling)
Terug naar de homepage van de Van Gogh Galerij