12 februari 2004
AMSTERDAM -- De twee mannen die van de diefstal van twee schilderijen van Vincent van Gogh worden verdacht op 7 december 2002 uit het Van Gogh Museum in Amsterdam worden nog steeds vastgehouden omdat op een pet en een muts duidelijke aanwijzingen zijn gevonden voor hun betrokkenheid. Kort na de diefstal werden op de stoep van het museum een pet en een muts aangetroffen. De haren die werden aangetroffen in de hoofddeksels vertonen overtuigende overeenkomst met het DNA-profiel van de verdachten. De daders verschaften zich toegang tot het museum door met gebruikmaking van een ladder die bouwvakkers tegen de gevel hadden laten staan op het dak te klimmen.
De doeken, die in december 2002 uit het Van Gogh museum werden gestolen, waren Zeegezicht bij Scheveningen en Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen, beide van Vincent van Gogh. De waarde van deze werken is rond de drie tot vier miljoen euro.
Vorig jaar in december werden de twee verdachten Octave Durham (31) en Henk B.(30) aangehouden in de buurt van Málaga, Spanje. Volgens de Spaanse politie gaat het hier om gevaarlijke internationale criminelen. Beide criminelen ontkennen iets met de diefstal te maken te hebben.
In de afgelopen jaren zijn verscheidene musea het slachtoffer van roof geweest. Behalve het Van Gogh Museum werden onder andere uit het Frans Hals Museum in Haarlem vijf schilderijen gestolen, terwijl ook het Museon in Den Haag het moest ontgelden door de diefstal van diamanten. De diefstallen leidden tot een heftige discussie over de beveiliging van de musea in Nederland.
(Vertaald door Jan Geerling)