Return to the main Vincent van Gogh Gallery page


Brief van Émile Bernard aan Albert Aurier
31 Juli 1890

Mijn beste Aurier,

Jouw afwezigheid in Parijs betekent dat je het vreselijke nieuws niet hebt vernomen dat ik jou dus niet mag onthouden:

Onze beste vriend Vincent is vier dagen geleden gestorven.

Ik denk dat je wel zult vermoeden dat hij zich zelf van het leven heeft beroofd.

Op Zondagavond ging hij het land op bij Auvers, plaatste zijn ezel tegen een hooiberg en vuurde achter het kasteel een revolver op zich zelf af. Door de kracht van het schot (de kogel drong zijn lichaam net onder de hartstreek binnen) viel hij op de grond, maar stond toch weer op en viel nog drie keer voordat hij terugkeerde naar de herberg waar hij verbleef (Herberg Ravoux, place de la Mairie) zonder maar ook iemand te verwittigen over zijn verwonding. Hij overleed ten slotte op Maandagavond, nog steeds zijn pijp rokend die hij weigerde af te staan en verklaarde dat zijn zelfmoord absoluut met voorbedachte rade was en dat hij op dat moment volledig helder van geest was . Een opvallend detail dat men mij vertelde over zijn wens om te sterven was dat toen Dr. Gachet hem zei dat hij nog goede hoop had het er levend af te brengen, zei hij: “Dan moet ik het nog een keer overdoen.” Maar helaas, hij was niet meer te redden...

Op Woensdag 30 Juli, dat was gisteren, kwam ik rond 10 uur in Auvers aan. Zijn broer Theodoor van ghogh was daar in gezelschap van Dr. Gachet. Ook Tanguy (hij was daar al vanf 9 uur). Ik was in het gezelschap van Charles Laval. De lijkkist was al gesloten. Ik was te laat om nog eenmaal de man te zien die mij vier jaar geleden met zoveel verwachtingen vervulde....De herbergier vertelde ons de details van het ongeluk, het onaangename bezoek van de gendarmes, die hem zelfs bij zijn bed vermanend toespraken voor een daad waarvoor hij alleen verantwoordelijk was.....enz.....

Aan de wanden van de kamer waar zijn lichaam was opgebaard, waren al zijn laatste doeken opgehangen, welke een soort aureool voor hem vormden en de schittering van het genie die er van af straalde, maakte zijn dood voor ons kunstenaars, die hier aanwezig waren, des te pijnlijker. De lijkkist was bedekt met een eenvoudige witte doek en grote hoeveelheden bloemen, de zonnebloemen waar hij zo veel van hield, gele dahlias, overal gele bloemen. Het was, zoals je je zult herinneren, zijn favoriete kleur, symbool van het licht waarvan hij droomde dat het zowel de harten van de mensen als ook de kunstwerken zou verlichten.

Vlakbij en ook op de vloer voor de lijkkist stonden zijn ezel en zijn klapstoeltje met zijn verfkwasten.

Er kwamen veel mensen, hoofdzakelijk kunstenaars, onder wie Lucien Pissaro en Lauzet, de anderen kende ik niet, evenals enkele plaatselijke bewoners, die hem slechts oppervlakkig kenden, hem misschien een of twee keer hadden ontmoet maar die van hem hielden omdat hij zo goedhartig was, zo menselijk.

En daar stonden wij dus rond deze doodskist in opperste stilte met het lichaam van onze vriend. Ik keek naar de studies: een hele mooie en een droevige gebaseerd op de Maagd en Jezus van Delacroix. Veroordeelde gevangenen in een kring rondlopend omgeven door de hoge gevangenismuren, een doek geďnspireerd door Doré van een angstwekkende wreedheid, symbolisch voor zijn einde. Was het leven voor hem ook niet die grote gevangenis met zulke hoge muren, zo hoog...met die mensen eindeloos rondlopend in deze kuil, waren zij niet die armoedige kunstenaars, die arme verdoemde zielen onder de gesel van het noodlot door schuifelend?...

Om drie uur werd het lichaam opgetild door zijn vrienden die het naar de lijkwagen droegen. Verscheidene mensen waren in tranen uitgebarsten. Theodoor Van ghohg, die zo aan zijn broer gehecht was en die hem altijd gesteund had in zijn strijd om van zijn kunst te kunnen leven, snikte de ononderbroken op aandoenlijke wijze.

Onder de verzengende hitte van de zon liepen we tegen de heuvels van Auvers op terwijl we over hem spraken, over die gedurfde impulsen die hij aan de kunst had gegeven, over de grote projecten die hij altijd in gedachten had en hoe goed hij voor ons allen was geweest.

We bereikten de begraafplaats, een kleine nieuwe begraafplaats met verspreid enkele nieuwe grafstenen op de kleine heuvel verheven boven de velden klaar om om geoogst te worden onder de uitgestrekte blauwe lucht die hij nog steeds zou hebben liefgehad...misschien.

Toen lieten ze hem in het graf omlaag zakken....

Niemand zou op dat moment de tranen hebben kunnen bedwingen..... de dag was zo voor hem gemaakt dat men zich moeilijk kon voorstellen dat hij er niet meer was om hiervan te kunnen genieten...

Dr. Gachet (die een groot kunstliefhebber is en tegenwoordig over een van de betere verzamelingen impresionistische schilderijen beschikt) wilde als eerbetoon een paar woorden wijden aan Vincent en zijn leven, maar ook hij was zo overweldigd door tranen dat hij slechts een zeer verward vaarwel kon uitbrengen....(misschien wel het mooiste zo, of niet soms).

Hij gaf een korte schets van wat Vincent bereikt had en vermeldde hoe subliem zijn doelstelling en hoe groot de bewondering was die hij voor hem voelde (hoewel hij hem slechts korte tijd kende) Hij was, zei Gachet, een eerlijk man en een groot kunstenaar en hij had slechts twee doelen: menselijkheid en kunst. Het was de kunst die hij boven alles stelde en welke zijn naam zal doen voortleven.

Daarop keerden we terug. Theodoor Van ghog was gebroken door verdriet. Alle aanwezigen waren aangedaan, sommigen liepen het wijde veld in, terwijl anderen naar het station terugliepen.

Laval en ik keerden terug naar de herberg van Ravoux en we spraken daar nog een hele tijd over hem.... maar zo is het wel genoeg, mijn beste Aurier, meer dan genoeg, denk je niet, over deze trieste dag. Je weet hoeveel ik van hem hield en je kunt je wel indenken hoe veel ik heb moeten wenen. Jij, als zijn criticus, vergeet hem niet en tracht een paar woorden te schrijven om iedereen te vertellen dat zijn begrafenis de ware bekroning was die zijn grote geest en zijn groot talent volledig recht deed.

U het allerbeste toewensend,

Bernard

(Bewerkt door Jan Geerling)


Terug naar de Van Gogh Archief pagina

Terug naar de Homepage van de Van Gogh Galerij