Return to the main Vincent van Gogh Gallery page

'De alleenstaanden': Vincent van Gogh


G.-Albert Aurier
Mercure de France, Januari, 1890

Onder luchten soms schitterend als geslepen saffieren of turkooizen, soms versmolten met helse, hete, bijtende en verblindende zwavel; onder luchten van stromen smeltend metaal en kristal, soms met intens stralende zonnen; onder die onophoudelijke en ontzagwekkende stroom van elk denkbaar lichteffect, onder zware vlammende en laaiende atmosferen, die zich lijken los te maken uit fantastische ovens, waar goud en diamanten en zeldzame edelstenen verdampen.

Daar ontvouwt zich een rusteloze en vreemde woelige natuur, realistisch en tegelijkertijd bijna bovennatuurlijk, een overdadige natuur van waaruit zich en iedereen, schaduwen en licht, kleuren en vormen omhoog beweegt en zich met een bevlogen wilskracht opricht, een eigen indringende oerzang uitschreeuwend in schelle en woeste toonaarden.

Bomen, die zich in bochten wringen als in een gevecht verstrengelde reuzen, die met dreigende gebaren van hun knoestige armen en met het trieste wuiven van hun groene kruinen van bladeren hun onoverwinnelijke machten tonen, hun trotse spierkracht, hun warme levenssappen, in hun eeuwige strijd tegen wervelstormen, bliksemschichten en die boosaardige Natuur;

Cipressen die met hun zwart vlammende silhouetten als in een nachtmerrie omhoog schieten.

Bergen met de gekromde ruggen van mammoets en neushoorns; volmaakt maagdelijke witte, roze en gouden boomgaarden als in een droom.

Huizen, ineengedoken, door hartstocht verwrongen, als levende wezens die gelukkig zijn, die pijn lijden, die denken.

Rotsen, open vlaktes, struikgewas, grazige weiden, tuinen, en rivieren gevormd uit onbekende mineralen, gepolijst, glanzend, stralend en sprookjesachtig.

Vlammende en zinderende landschappen, die lijken op het bruisen van veelkleurig glazuur in de duivelse smeltkroes van een alchemist.

Gebladerte dat van antiek of van nieuw koper, van gesponnen glas gemaakt lijkt te zijn.

Bloembedden die minder op bloemen lijken dan weelderige sieraden vervaardigd van robijnen, agaten, onyxen, smaragden, korund, barnstenen, amethisten en chalcedonen.

Het is een alles omvattende, waanzinnige en oogverblindende fonkeling der dingen. Het is materie en de volledige woeste verwrongen Natuur.... tot uiterste prikkeling verheven. Het is een vorm geworden nachtmerrie, het kleur geworden vuur, lava en edelsteen. Het is licht veranderend in een vuurzee en leven in een ijlende koorts.

Dit., ja dit is de indruk die op het netvlies achterblijft bij de eerste kennismaking met de vreemde, intense en koortsachtige werken van Vincent van Gogh, deze landgenoot en onwaardige afstammeling van de oude Hollandse meesters.

Maar ach, wat een wereld van verschil – of niet soms? - met de mooie, grootse traditionele, gezonde en evenwichtige kunst uit het Hollandse verleden. Met de .....de Hooghes, de van der Meers, de van der Heydens, met hun aantrekkelijke, tamelijk burgerlijke doeken met zoveel geduld uitgewerkt tot in de kleinste details, zo nauwgezet en angstvallig precies afgewerkt.!

Wat een verschil met de schone, beheerste, evenwichtige landschappen, zo tijdloos verpakt in zachte toonaarden, grijzen en vage nevelsluiers, zoals de van Ostades, Potters, van Goyens, Ruysdaels, Hobbemas!........Met de verfijnde, altijd wat donkere en sombere kleuren van de noordelijke streken.....

En toch, vergis u niet, Vincent van Gogh heeft in geen enkel opzicht zijn erfenis verloochend. Ook hij is onderworpen aan de onontkoombare wetten der erfelijkheid. Hij is door en door Hollands, van hetzelfde sublieme geslacht als Frans Hals. En bovenal, zoals al zijn illustere landgenoten, was hij een realist, een realist in de ruimste zin het woord. Ars est homo, additus naturae, zei Lord Chancellor Bacon, en Emile Zola omschreef naturalisme als " de natuur zien met het temperament." Welnu, het is deze "homo additus," dit "zien met het temperament," of dit omvormen van onveranderlijke objecten tot een subjectieve verscheidenheid, dat de zaak zo ingewikkeld maakt en het hanteren van absolute kriteria onmogelijk maakt om de oprechtheid van een kunstenaar te kunnen bepalen. De criticus wordt onvermijdelijk beperkt tot min of meer hypothetische, maar altijd aanvechtbare veronderstellingen.

Ondanks de soms bedrieglijk vreemde geaardheid van zijn werken, is het naar mijn mening niettemin moeilijk voor de onbevooroordeelde en goed geïnformeerde toeschouwer de kinderlijke oprechtheid van de kunst van Vincent van Gogh en de vindingrijkheid van zijn visie te ontkennen of in twijfel te trekken.

Inderdaad, afgezien van deze ondefinieerbare zweem van goeder trouw en de oprechte waarneming die al zijn schilderijen uitademenen, de keuze van de onderwerpen, de voortdurende harmonie tussen de meest uiteenlopende kleurschakeringen, de bewuste karakter studie, het onvermoeibaar zoeken naar de fundamentele betekenis van ieder voorwerp, al die duizenden belangrijke details, zijn ontegenzeggelijk een bevestiging van die diepzinnige en bijna kinderlijke oprechtheid, zijn grote liefde voor de natuur en voor de werkelijkheid – zijn eigen persoonlijke werkelijkheid.

Op grond van dit gegeven zijn wij in staat gerechtvaardigde conclusies te trekken uit Vincent van Gogh’s werken over zijn temperament als mens, of liever, als kunstenaar –conclusies die, als ik dit zou willen, door biografische feiten gestaafd kunnen worden.

Zijn gehele werk wordt gekenmerkt door een overdaad van kracht, van nerveuze spanning en door het geweld van de expressie. De wijze waarop hij stelselmatig het eigen karakter der dingen benadrukt, in zijn gedurfde vereenvoudiging van vormen, in zijn haast arrogante uitdaging van de zon, die loodrecht boven zijn hoofd stond, in de hartstochtelijke passie voor zijn schetsen en kleuren tot in het kleinste detail van zijn techniek, komt een machtige persoon naar boven...mannelijk, gedurfd, vaak ruw ....maar toch soms van een zeer verfijnde vindingrijkheid.

En hoe moeten we zijn passie verklaren voor de zon die hij zo graag laat schijnen over zijn schitterende luchten.
Toch zijn alleen het respect en zijn liefde voor de werkelijkheid niet voldoende de diepgaande, complexe en tamelijk afwijkende kunst van Vincent van Gogh te verklaren of te typeren. Ongetwijfeld is hij zich, zoals alle schilders van zijn soort, goed bewust van het belang en de schoonheid van de materiële werkelijkheid, maar nog vaker zelfs, beschouwt hij deze betovering slechts als een soort wonderbaarlijke taal om de Idee te kunnen vertalen.

Hij is bijna altijd een Symbolist die zich voortdurend gedwongen voelt zijn ideeën in nauwkeurige, afgewogen en tastbare vormen, in intens gevoelige en stoffelijke voorstellingen te verpakken. In vrijwel al zijn doeken, achter deze uiterlijke vorm, voor de geest die dit weet te ontdekken, een gedachte, een idee. En dit Idee, de wezenlijke voedingsbodem van het werk, is zowel de doeltreffende als de beslissende oorzaak.

Wat de briljante en stralende symphonie van kleuren en lijnen betreft, hoe belangrijk ze ook voor de schilder in zijn werk mogen zijn, het blijven niet meer dan middelen om iets uit te drukken, methodes om te symboliseren.

Inderdaad, als wij weigeren het bestaan van deze idealistische tendenzen achter deze naturalistische kunst te erkennen, zou een groot deel van het werk dat wij bestuderen uiterst onbegrijpelijk blijven.

Hoe zouden we bijvoorbeeld De Zaaier moeten uitleggen, die grootse en ontroerende zaaier, die rustieke figuur met zijn grove en geniale voorhoofd ( op afstand soms enige gelijkenis met de kunstenaar zelf), wiens silhouet, gebaar, en werk altijd een obsessie was voor Vincent van Gogh en die hij zo vaak schilderde, soms onder de roodgekleurde luchten bij zonsondergang, soms tijdens het met goud overgoten zinderende middaguur – hoe moeten we De Zaaier uitleggen zonder dat idée fixe dat in zijn geest rondspookt over de noodzaak van de komst van een messias, een zaaier van de waarheid, die het verval van onze kunst opnieuw doet herleven, zoals misschien ook onze dwaze en geïndustrialiseerde maatschappij?

En hoe moeten we zijn passie verklaren voor de zon die hij zo graag laat schijnen over zijn schitterende luchten en tegelijkertijd zijn passie voor die andere zon, die plantaardige ster, die weelderige zonnebloem, die hij onvermoeibaar en gedreven herhaalt, als wij zijn koppige betrokkenheid niet willen zien over een vage en prachtige allegorie van de zonnebloem mythe?

Bron: Van Gogh: The Passionate Eye door Pascal Bonafoux (Discoveries, 1992)

(Bewerkt door Jan Geerling)


Terug naar de Van Gogh Archief pagina

Terug naar de Homepage van de Van Gogh Galerij