“Als ‘t mij lukken mag wat warmte en liefde in ‘t werk te leggen, dan zal het zijn vrienden vinden. Doorwerken is de kwestie.”
Vincent van Gogh |
Brief |
Trefwoorden |
Uittreksel / Volledige tekst |
Link naar in de brief genoemde schilderij(en) |
257/299
3 januari 1883 | Fortuny, Boldini, Brion, De Groux, Israëls | ..... doch ik ben zo dikwijls er bedroefd over dat ik telkens u tot last moet zijn. Maar wie weet of door de tijd het niet zo te schikken zou zijn, dat gij er nog de een of ander voor kondt opwarmen, die u het pak van de schouders nam, dat gij in de moeilijkste tijd op u genomen hebt. | --- |
258/300
5 of 6 januari 1883 | --- | Volledige tekst | Baby: F 911r, JH 319; Bukkende vrouw met een vissersnet: F 911v, JH 320; Baby: F 912, JH 318 |
259/301
ca. 11 januari 1883 | Victor Hugo, Barnard, Dickens, Nicolaes Maes, Michelet | Volhouden is de grote kwestie bij liefde als men eens werkelijk begonnen is. | --- |
260/302
ca. 13 januari 1883 | Rappard | ..... zonder afleiding of bezigheid, dan is dat iets tamelijk fataals ..... | Meisje met omslagdoek, halffiguur: F 1007, JH 299; Meisje met omslagdoek, halffiguur: F 1008, JH 301 |
261/305
ca. 21 januari 1883 | --- | ..... en ik herinner mij een woord van u van verleden jaar dat ik zeer juist en waar vond: ‘het trouwen is zo’n raar ding.’ Ja sapperloot, dat is het zeker. | --- |
262/307
ca. 25-29 januari 1883 | Paterson, Pinwell, Feyen-Perrin, Thijs Maris, Herkomer, Dickens, Boyd Houghton, Daumier, Goya, Méryon, Cadart, Daubigny, Bracquemond, Millet, Rappard, Edouard Frère | ‘t Jammere zit hem gedeeltelijk daarin dat als verschillende personen samen een zelfde zaak liefhebben en eraan werken, door eendracht macht ontstaat en zij verenigd meer kunnen dan hun verschillende energies, elk in afzonderlijke richting strevende, vermogen. | Visser met zuidwester, zittend met pijpje: F 1010, JH 306; Visser met zuidwester, zittend met pijpje: F 1013, JH 305; Kop van visser met ringbaard en zuidwester: F 1017, JH 302 |
263/308
3 februari 1883 | Punch, Dickens, Uit mijn gevangenistijd, Fritz Reuter, Brueghel, Herkomer, Graphic, Israëls | In zulke dagen heb ik soms ontzettend veel zorg over de toekomst en melancholie over mijn werk, en voel mij machteloos. | Oude man, met het hoofd in de handen (At Eternity's Gate): F 1662, JH 268 |
264/310
5 februari 1883 | Heyerdahl, Rembrandt, Lhermitte, Jules Breton, Legros | Men kan niet rusten, juist omdat men moet. | --- |
265/312
8 februari 1883 | Lhermitte, Rembrandt, Judas, Victor Hugo, Frans Hals, Daumier, Menzel, Balzac, Zola, Père Goriot | Dan n.l. voel ik me ouder, als ik denk dat door de meesten die mij kennen ik als een mislukt sujet wordt beschouwd ..... | --- |
266/314
11 februari 1883 | Michelet, Le peuple, De Bock, Rembrandt, Erckmann-Chatrian, Michel, Weissenbruch, Daumier, Rappard, Lançon, Herkomer | Waar men oprecht en te goeder trouw liefheeft, daar rust geloof ik zegen op, ofschoon dat de moeilijke tijden niet wegneemt. | --- |
267/318
ca. 15 februari 1883 | Michelet, Israël, Balzac, Ary Scheffer, Victor Hugo, Thomas à Kempis, Bodmer, Théophile Gautier, Courtry, Jean Paul Laurens, Emile Wauters, Hoeterinckx, R. Caldecott, Washington Irving, Jacque, Menzel, Eliot's Middlemarch, Zola | Volledige tekst | --- |
268/320
ca. 20-24 februari 1883 | Fritz Reuter, Rembrandt, Notre Dame van Victor Hugo, Thijs Maris, Leys, De Groux, Lagye, De Vriendt, Henri Pille | Volledige tekst | --- |
268a/315
12 februari 1883 | Ary Scheffer, Correggio | Toen ze [Sien) me zag, richtte zij zich op en werd zó opgewekt en levendig alsof er niets gebeurd was en het plezier in ‘t leven en de dankbaarheid straalden uit haar ogen. | --- |
269/322
ca. 25 of 26 februari 1883 | --- | Ik zal vannacht waarschijnlijk zelfs wel dromen van kerels in zuidwesters en oliejassen waarop ‘t licht valt en pikante kantlichtjes, die de vorm accentueren, doet ontstaan. | --- |
270/324
ca. 2 maart 1883 | Whistler | ..... ik houd genoeg van het aquarelleren om het nooit geheel te laten, telkens zit ik er weer in te scharrelen. Doch de grond van alles is figuurkennis ..... | --- |
271/325
ca. 3 maart 1883 | Rappard | Ik heb een liefde voor het atelier zoals een schipper voor zijn schuit zou hebben.
Enfin, ik heb altijd hoop dat evenals in de algebra ‘t produkt van twee negatieven positief wordt, zo ook ‘t resultaat van mislukkingen gelukken kan worden. | Soepuitdeling in een volksgaarkeuken: F 1020a, JH 330 |
272/326
ca. 4 maart 1883 | Eliot's Felix Holt, the Radical, Leurs | Volledige tekst | Soepuitdeling in een volksgaarkeuken: F 1020a, JH 330; Soepuitdeling in een volksgaarkeuken: F 1020b, JH 331 |
273/328
ca. 6 maart 1883 | Maris, Rappard, Israëls | Volledige tekst | Soepuitdeling in een volksgaarkeuken: F 1020, JH 333; Baby, kruipend: F 872, JH 334; Naaiende vrouw met meisje: F 1072, JH 341 |
274/329
11 maart 1883 | Cadart, Plaats, Leurs, Jaap Maris | Weet het toch goed, beste broer, dat steeds fris en levendig in mij blijft het gevoel van de enorme verplichting, die ik aan u heb door uw trouwe hulp. | Meisje geknield bij een wieg: F 1024, JH 336; Naaiende vrouw met meisje: F 1072, JH 341 |
275/332
ca. 21 maart 1883 | Wisselingh, Herkomer, Lhermitte, Van der Weele | Volledige tekst | Spitter: F 1656, JH 262 |
276/334
ca. 21-28 maart 1883 | Ciceri, Gedroogde kruiden van Fritz Reuter | Volledige tekst | Besneeuwd erf: F 1022, JH 344; Meisje geknield bij een wieg: F 1024, JH 336; Naaiende vrouw met meisje: F 1072, JH 341 |
277/335
30 maart en 1 April 1883 | Lhermitte, De Groux, Legros, Millet, Breton, Van Deventer, Nakken, Emile Vernier, Corot, Daubigny, Bodmer, Gavarni, Les misérables van Victor Hugo, Abbey, Harper's, Boughton, Heilbuth, Washington, Henri Pille, Dupré, Zola, Au bonheur des dames | Het drukken heb ik altijd een mirakel gevonden, een dergelijk mirakel als het tot een aar worden van een korrel graan. Een alledaags mirakel - juist omdat het alledaags is te groter; men zaait één tekening op de steen of in de etsplaat en men oogst er een menigte van. | Twee zaaiers: F 853, JH 274; Gebed voor het middageten: F 1002, JH 281; Vrouw aan het naaien, halffiguur: F 1025, JH 346; Sien, naaiende, halffiguur: F 1026, JH 347 |
278/336
2 april 1883 | Hendrik, Buhot, Van der Weele | Als ‘t mij lukken mag wat warmte en liefde in ‘t werk te leggen, dan zal het zijn vrienden vinden. Doorwerken is de kwestie. | --- |
279/338
ca. 11 april 1883 | Les misérables, Jules Dupré, Girardet, Eichens, Mottramb, Boughton, Souvestre, Vendredi Saint van Delaroche, Lhermitte, Herkomer, Frère, Landelle, Brion | Ben aan ‘t lezen ‘t laatste gedeelte van Les misérables - ‘t figuur van Fantine, een prostituée, maakte diepe impressie op mij. | --- |
280/339
ca. 21--22 April 1883 | Zola, Van der Weele, Van der Velden, Eliot, Rappard, Herkomer, Roll, Israëls | Al verkoop ik geen van mijn studies, toch zijn ze geloof ik waard wat zij aan verschotten kosten. | Vrouw op haar doodsbed: F 841, JH 359 |
281/340
30 April 1883 | Heyerdahl, Edelfelt, Wilhelm Leibl, Memling, Quinten Matsys, Thijs Maris, Paul de Gassow, Oberländer, Zola, Balzac, Victor Hugo | Daar is de maatschappij vol van ‘paraître’ in plaats van ‘être’. Nog eens, die mensen zijn daarom niet slecht, doch ze zijn dwaas. | Oude man, geknield bij bankje: F 1027, JH 354 |
282/341
ca. 2 mei 1883 | Tersteeg, Rappard | Als ik reken vanaf mei ll., dan is ‘t jaar voor mij niet precies makkelijk of zonder zorg geweest, hè. | --- |
283/342
ca. 4-6 mei 1883 | Rappard, Van der Weele | Ik werkte dezer dagen in ‘t duin, maar ik snak naar model, anders kan ik niet voort. | --- |
284/344
9-10 mei 1883 | Rappard, Michelet, Tissot, Un mâle van Camille Lemonnier, Zola, Fromentin, Julien Dupré | Volledige tekst | --- |
285/345
ca. 20 mei 1883 | Rappard, Pa, Lhermitte, Mauve | Och Theo, het aquarelleren zal ik wel vatten de ene keer of de andere. | --- |
286/346
ca. 21 mei 1883 | Rappard, Meunier, Van der Weele | Mijn angst is altijd niet genoeg te werken, ik geloof dat ik het nog zo veel mooier kan en daar jaag ik naar, soms met een zekere woede. | --- |
287/349
ca. 30 mei 1883 | Rappard, Leys, Van der Weele | Volledige tekst | Spitter: F 906, JH 260; Turfdrager: F 964, JH 273; Oude man met hoge hoed en gekruiste handen: F 975, JH 235; Kop van een visser met zuidwester: F 1014, JH 310; Scheveningse vrouw met een kruiwagen: F 1021, JH 362; Scheveningse vrouw met een kruiwagen: F 1030, JH 364; Scheveningse vrouw met een kruiwagen: F 1031, JH 363; Spitter: F 1656, JH 262 |
288/350
3 juni 1883 | Van der Weele, Herkomer, Green, Boughton, Rappard | De scheppingskracht kan men niet inhouden, het moet eruit wat men voelt. | Zandgravers in Dekkersduin bij Den Haag: F 1028, JH 367; Zandgravers in Dekkersduin bij Den Haag: F 1029, JH 366; Turfspitters in het duin: F 1030, JH 364; Turfspitters in het duin: F 1031, JH 363 |
289/352
4 of 5 juni 1883 | Van der Weele, Cottier, Wisselingh, Tersteeg | Nu, Theo, we moeten maar goede moed houden, hoor, en zien, we energiek voortsjouwen. Al moeten we eens in de rats zitten en eens niet weten hoe we erdoor komen, dat is niets en kan niet anders, wie volhoudt overwint dikwijls. | Zandgravers in Dekkersduin bij Den Haag: F 1029, JH 366; Schillenhit: F 1032, JH 369 |
290/351
3 juni 1883 | Correggio, Tersteeg, Mauve | Om leven te behouden, te respecteren, zijn wij geroepen en is onze plicht en kunnen wij altijd verantwoorden, ook al geeft de wereld ons ongelijk of ook al valt het voor ons niet voorspoedig uit. | Zandgravers in Dekkersduin bij Den Haag: F 1028, JH 367; Turfspitters in het duin: F 1031, JH 363 |
291/353
5 of 6 juni 1883 | Pa, Bingham, Meissonier | Volledige tekst | --- |
292/354
ca. 10 juni 1883 | Van der Weele, Mauve, Rappard | Men kan niet altijd buiten het vaderland leven en ‘t vaderland is niet de natuur alleen, maar er moet bijkomen: mensenharten die ‘t zelfde zoeken & voelen. | Zandgravers in Dekkersduin bij Den Haag: F 1029, JH 366; Turfspitters in het duin: F 1031, JH 363 |
293/355
13 of 14 juni 1883 | Rappard, Mauve | Maar ik geloof toch dat het goed was, ik zo’n lange tijd maar op de studies heb gesjouwd, want is het met alles zo, met ‘t figuur toch in ‘t bijzonder moet men er veel bepaald voor studeren en niet denken dat men het kan. | --- |
294/357
ca. 15-17 juni 1883 | Rappard, Zola, Daudet, Lemonnier | Bij ‘t composeren van een tekening, haast nog meer dan bij het schilderen, speelt het denken en het dóórdenken een rol ..... men moet eraan blijven tot men er om zo te zeggen bij neervalt. | Zandgravers in Dekkersduin bij Den Haag: F 1028, JH 367; Turfspitters in het duin: F 1031, JH 363 |
295/358
ca. 22 juni 1883 | Daubigny, Corot, Bargue, Tersteeg, Rappard, Taine, Dickens, Carlyle, De Groux, Daumier, Van der Weele, Mauve, Iterson, Eerelman, Gavarni, Lantsheer | Ja kerel, als men doorzet en het doet zonder zich te storen aan het bestaande, als men oprecht en vrij zoekt de natuur te doorgronden en niet loslaat ‘t geen men op ‘t oog heeft, wat ook de lui ervan zeggen, men voelt zich kalm en vastberaden en ziet de toekomst onder ogen. | Zandgravers in Dekkersduin bij Den Haag: F 1028, JH 367; Turfspitters in het duin: F 1031, JH 363 |
296/359
c. 23-28 juni 1883 | Ulysse Butin, Legros, Blommers, Mauve | Maar ik heb zo’n hoop juist door deze tijd van sjouwerij mijn hand wat vaardiger te maken. | Aardappelwroeters, vier figuren: F 1034, JH 372 |
297/360
c. 2 juli 1883 | Millet, Corot, Daubigny, Legros, Carlyle, Millet, Victor Hugo, Aeschylus, Buckmann, Green, Regamey, Tersteeg, Pinwell, Walker, Herkomer, Meunier, Boughton | ‘t Is er echter zo mee, dat het leven wel eens somber wordt en de toekomst donker, als het werken geld kost en men dus hoe langer hoe meer de grond zich in voelt gaan, hoe harder men werkt, in plaats van dat het werk boven water helpt en men de moeilijkheden en kosten kan overwinnen door harder zich in te spannen. | Aardappelwroeters, vier figuren: F 1034, JH 372; Zaaier: F 1035, JH 374; Het verbranden van onkruid en stengels: F 1035a, JH 375 |
298/362
ca. 6-8 juli 1883 | De Bock, Corot, Rousseau, Dias, Daubigny, Dupré, Blommers, Rappard, Zola, Daudet, Germinie Lacerteux, Jules & Edmond de Goncourt, Regamey, Felix | Volledige tekst | Aardappelwroeters, vier figuren: F 1034, JH 372; Een aardappelveld in het duin bij Loosduinen: F 1037, JH 390 |
299/363
ca. 11 juli 1883 | Dupré, Troyon, Rousseau, Rembrandt, Israëls, Mesdag, Ruysdael, Jacques, Rousseau, De Bock, Breitner, Van der Velden, Blommers, Vierge, Urabietta, Van der Weele, Edgar Poe, Fantastic Tales, Raven, Wauters, Ter Meulen, Duchâtel, Zilcken, Mauve, Zilcken, Daumier, Millet | ‘t Is mij te doen om een tekening te maken die niet precies iedereen begrijpen zal, het figuur vereenvoudigd uitgedrukt in ‘t essentiële, met gewilde voorbijziening van die details, welke tot ‘t eigenlijke karakter niet horen en slechts toevallig zijn. | Turfspitters in het duin: F 1031, JH 363; Zaaier: F 1035, JH 374; Het verbranden van onkruid en stengels: F 1035a, JH 375; Een aardappelveld in het duin bij Loosduinen: F 1037, JH 390 |
300/365
ca. 13 juli 1883 | De Bock, Blommers | Volledige tekst | Turfspitters in het duin: F 1031, JH 363; Aardappelwroeters, vier figuren: F 1034, JH 372; Zaaier: F 1035, JH 374 |
301/366
22 juli 1883 | Tersteeg, Blommers, Buhot, Leurs, Stam, Mauve, Breitner, Soeur Philomène, de Goncourt, Gavarni | Voor uw schrijven, voor het ingeslotene dank ik u, ofschoon ik een gevoel van droefheid niet kan onderdrukken over wat ge zegt: ‘Betreffende ‘t vervolg kan ik u weinig hoop geven.’
Nu, ik zit in ‘t duin of ergens anders ook met een enorm gevoel van flauwigheid bij tijden, omdat er niet inkomt. | Zandgravers in Dekkersduin bij Den Haag: F 1028, JH 367; Turfspitters in het duin: F 1031, JH 363; Aardappelwroeters, vier figuren: F 1034, JH 372; Zaaier: F 1035, JH 374; Het verbranden van onkruid en stengels: F 1035a, JH 375 |
302/367
22 juli 1883 | --- | Ik heb eigenlijk geen vriend behalve u en als ik beroerd ben, zijt gij me altijd in de gedachten.
Nu dacht ik dat ik spijt had dat ik indertijd maar niet in de Borinage ergens ziek geworden en kapot gegaan was in plaats van het schilderen. Want ik ben u maar tot last ..... | --- |
303/368
23 juli 1883 | Blommers, Ecole de Rome, Tersteeg | Enfin, après tout ik hoop me, wat er ook komen moet, niet zwak in te houden en heb hoop, een zekere werkkoorts en -woede me desnoods erdoorheen zou dragen, zoals een schuit door een golfslag over een rif kan worden gedonderd of zandbank en van ‘t onweer profiteren kan om niet te vergaan. | Turfspitters in het duin: F 1031, JH 363; Aardappelwroeters, vier figuren: F 1034, JH 372; Zaaier: F 1035, JH 374 |
304/369
24 of 25 juli 1883 | Leurs, Rappard | Het is er zo mee, dat ik zelf al lang op hoop geteerd heb. | --- |
305/370
25 of 26 juli 1883 | Zola, Van der Weele, Daubigny, De Bock | Ik zou minder bezwaar in de toekomst zien als ik minder onhandig was om met de lui om te gaan. 't Vinden van koopers is, als ik zonder U ben, onmogelijk om zoo te zeggen, en met U is het langzamerhand mogelijk. En als we ons uiterste best doen, zal het op zijn pooten blijven en niet te grond gaan, maar we moeten samen blijven. [Alleen in brief 305] | --- |
306/371
27 juli 1883 | Michelet, Socrates | Terwijl ik aan ‘t werk ben, voel ik een onbepaald vertrouwen in de kunst en dat ik er komen zal ..... | --- |
307/372
29 en 30 juli 1883 | Ruysdael, Daubigny, Corot, Millet, Breton, Troyon, Michel | Als wij maar geraken kunnen tot zoveel ruimte, dat dit jaar ik ‘t schilderen eens assidu doorzetten kan. | --- |
308/373
ca. 2 augustus 1883 | Van der Weele, Rappard, Schipperus | Het werk wordt mij veel klaarder.
Het zou mij zeer verwonderen als ten langen laatste sommigen niet begonnen terug te komen van gedachten dat ik iets absurds bedoelde of deed. | Aardappelwroeters, vijf personen: F 9, JH 385 |
309/374
ca. 4-8 augustus 1883 | Weissenbruch, Regamey | Bij tijden heb ik er veel zorg over gehad dat ik niet vorderde met de kleur en ik heb nu wel weer hoop.
Het is op zo’n wijs dat ik mijzelf zie, als moetende in enige jaren iets doen waar hart en liefde in zit, dat doen met wilskracht. Leef ik langer, tant mieux, maar ik denk daar niet aan. | Meisje in het bos: F 8, JH 182; Drie figuren bij kanaal met molen: F 1666, JH 383 |
310/375
ca. 11 augustus 1883 | Ruysdael, Rappard | Ik ben niet competent te onderscheiden in hoever mijn onwel me gevoelen een fysieke oorzaak zou hebben of voor rekening van overspannen zenuwen komt. | Aardappelwroeters, vijf personen: F 9, JH 385 |
311/376
14 augustus 1883 | --- | Volledige tekst | Aardappelwroeters, vijf personen: F 9, JH 385 |
312/377
17 augustus 1883 | Mesdag | Tussen u en mij is een band welke bij volgehouden werk de tijd slechts versterken kan en dat is de kunst en heb ik wel hoop, we après tout elkaar zullen blijven verstaan. | --- |
313/378
18 augustus 1883 | --- | Niets is meer ‘angoisse’ dan een zielestrijd tussen plicht en liefde, beide hoog opgevoerd. | --- |
314/379
19 augustus 1883 | Mauve, Herkomer, C. M., Delacroix, Ary Scheffer | Zo betreffende het werk: dat eraan mankeert, betwijfel ik niet, doch dat ik niet gans en al verdwalen zal en toch komen, zij het na veel zoeken, tot iets goeds, betwijfel ik evenmin. | --- |
315/380
20 of 21 augustus 1883 | Pa, Rappard, Millet, Froment jaune en Riszler aîné, Belinfante, Smulders | Ten opzichte van mijn werk zijn al mijn gedachten zo geordend, zo gedecideerd, dat ik geloof, gij wel doet aan te nemen wat ik zeg: laat me zoals ik ben maar begaan, .....
Natuurlijk moet ik zoeken om te vinden en lukt me lang niet alles, toch in ‘t eind wordt het werk goed. | --- |
316/381
ca. 21 augustus 1883 | C. M., Rappard | En als ‘t op ‘t geld neerkomt, heb ik liever te doen met een liefhebber die goedkoop voortdurend zou nemen dan een enkele keer slechts, al betaalde hij dan goed. | --- |
317/382
22 of 23 augustus 1883 | Gelderland, Zola, L'Assommoir, Victor Hugo's Misérables, C.M., Rappard, Van der Weele, Weissenbruch | Maar ge ziet wel, ze [Sien] een schepsel is dat zeer ongelukkig is en weinig geschikt is een zó ongedurig temperament voor een dienst, welke dan ook, niet waar? | --- |
318/383
2 september 1883 | Van der Weele, Wisselingh, C.M. | Zodat kortom zij [Sien] en ik wijs moesten zijn en van elkaar gaan als vrienden. | --- |
319/384
ca. 4 september 1883 | Ruysdael, Daubigny, Jules Dupré, Ed. Frère, Henriette Browne | Ja, voor mij het drama van storm in de natuur, het drama van smart in het leven is wel het beste. | Een verwaaide boom: F 10, JH 384; Boerderij in Loosduinen bij Den Haag: F 16, JH 391 |
320/385
6 of 7 september 1883 | --- | Och Theo, mijn gevoel van dezer dagen zult ge wel begrijpen, een grote melancholie over de vrouw en de kinderen, maar het kon niet anders - tevens al mijn gedachten zijn op het werk en heb ik veel animo, wegens ik dingen kan doen nu die anders mij niet mogelijk waren geweest. | --- |
321/386
7 of 8 september 1883 | Musset, George Sand | Dan het melancholieke kijken in de afgrond is ook fataal en het middel om dat te doen wijken, hard werken. | Boerderij in Loosduinen bij Den Haag: F 16, JH 391 |
322/387
10 september 1883 | C.M., Rappard | Maar de kinderen waar men hart voor heeft? Ik kon er niet alles voor doen, ..... | --- |
(Vertaald door Inge Engelbarts)
Terug naar de homepage van de Van Gogh Galerij